• Raad van State maakt brandhout van standpunt VLABEL aangaande de gesplitste aankoop / inschrijving
Artikels:

Raad van State maakt brandhout van standpunt VLABEL aangaande de gesplitste aankoop / inschrijving

02 augustus 2018

Schenkingen met voorbehoud van vruchtgebruik van effecten of geldbeleggingen kunnen voortaan opnieuw geschieden zonder betaling van schenkbelasting. Indien de schenker vervolgens drie jaar blijft leven, is er evenmin erfbelasting verschuldigd. Hetzelfde geldt voor gesplitste aankopen van onroerend goed, waarbij de gelden voor de aankoop van de blote eigendom voorafgaandelijk worden geschonken door de koper(s) van het vruchtgebruik. De Raad van State heeft immers de zienswijze van VLABEL over de toepassingsvoorwaarden van artikel 2.7.1.0.7. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit vernietigd. 

 

Artikel 2.7.1.0.7. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit

Artikel 2.7.1.0.7. van de Vlaamse Codex Fiscaliteit bepaalt dat de roerende en onroerende goederen die wat betreft het vruchtgebruik door de erflater en wat betreft de blote eigendom door een derde onder bezwarende titel zijn verkregen, voor de heffing van de erfbelasting, geacht worden in volle eigendom in zijn nalatenschap aanwezig te zijn en als legaat door die derde te zijn verkregen. Hetzelfde geldt voor effecten aan toonder of op naam en voor geldbeleggingen die voor het vruchtgebruik ingeschreven zijn op naam van de erflater en voor de blote eigendom op naam van een derde. Bij het overlijden van de vruchtgebruiker betaalt de blote eigenaar bijgevolg erfbelasting op de volle eigendomswaarde. Het is echter mogelijk om te ontsnappen aan de toepassing van deze bepaling door aan te tonen dat de verkrijging van de blote eigendom geen “bedekte” bevoordeling uitmaakt.

 

Standpunt VLABEL nr. 15004

In haar standpunt nr. 15004 liet de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) weten dat dit tegenbewijs enkel kan worden geleverd door aan te tonen dat de schenking voorafgaandelijk aan de gesplitste aankoop/inschrijving ter registratie werd aangeboden, of door te bewijzen dat enig causaal verband tussen de schenking en de gesplitste aankoop/inschrijving ontbreekt. Dit standpunt had tot gevolg dat het niet langer mogelijk is om aan de toepassing van artikel 2.7.1.0.7. te ontsnappen door de gelden voor de aankoop van de blote eigendom voorafgaandelijk te schenken zonder betaling van schenkbelasting of door effecten of geldbeleggingen met voorbehoud van vruchtgebruik te schenken voor een Nederlandse notaris.

Vlabel breidde dit standpunt uit naar effecten en geldbeleggingen die worden aangehouden door een burgerlijke maatschap, en waarvan de delen zich voor het vruchtgebruik in handen bevinden van de vruchtgebruiker(s) en  voor de blote eigendom in handen van de blote eigenaar(s). Wilde men erfbelasting vermijden, dan moesten delen in een maatschap (die geldbeleggingen of effecten aanhoudt) vanaf 1 juni 2017 geschonken worden onder betaling van schenkbelasting, en moesten de “burgerlijke” vruchten die de maatschap verkreeg sinds die datum, worden uitgekeerd door de algemene vergadering van de maatschap.   

 

Arrest Raad van State d.d. 12 juni 2018

In haar arrest van 12 juni 2018 maakt het Arbitragehof brandhout van VLABEL’ s standpunt. Aangezien noch de wettekst, noch de parlementaire voorbereiding de registratie van de schenking in België oplegt, en aangezien een fictiebepaling strikt moet worden uitgelegd, kan, aldus de Raad van State, uit artikel 2.7.1.0.7. VCF niet worden afgeleid dat de schenking voorafgaand aan de gesplitste aankoop/inschrijving maar als tegenbewijs kan worden aanvaard indien deze in België is geregistreerd. Het Arbitragehof vernietigt dan ook het bestreden standpunt.

 

Gevolgen voor de praktijk

In de nasleep van dit arrest deelde VLABEL op 15 juni 2018 mee het vernietigde standpunt niet langer te zullen toepassen op toekomstig te behandelen dossiers. Belastingplichtigen die wel belast werden in toepassing van dit standpunt kunnen nog een bezwaarschrift indienen binnen de wettelijke bezwaartermijn van 3 maanden na de verzenddatum van het aanslagbiljet.

Het gevolg is dat niet langer erfbelasting zal verschuldigd zijn indien ouders het vruchtgebruik over een onroerend goed wensen aan te kopen, en aan hun kinderen zonder betaling van 3% schenkbelasting geld schenken met het oog op de aankoop van de blote eigendom.  

Evenmin zal een schenking voor Nederlandse notaris, met voorbehoud van vruchtgebruik, van effecten of geldbeleggingen of van delen in een maatschap die effecten of geldbeleggingen aanhoudt, aanleiding geven tot de heffing van erfbelasting bij het overlijden van de schenkers-vruchtgebruikers.

In de bovenvermelde gevallen zal er wel nog steeds erfbelasting verschuldigd zijn indien de schenker(s) komen te overlijden binnen de drie jaar na de schenking.

Voor wat betreft effecten of geldbeleggingen die worden aangehouden door een burgerlijke maatschap, en waarvan de delen zich voor het vruchtgebruik in handen bevinden van de vruchtgebruiker(s) en  voor de blote eigendom in handen van de blote eigenaar(s), is het niet langer vereist dat de burgerlijke vruchten worden uitgekeerd door de algemene vergadering om te ontsnappen aan de heffing van erfbelasting. De reservering of incorporatie van de burgerlijke vruchten zal immers niet langer worden beschouwd als een nieuwe gesplitste inschrijving waarvan het bewijs moet worden geleverd dat het niet gaat om een bedekte bevoordeling.

In haar communicatie geeft VLABEL wel aan het arrest verder grondig te zullen onderzoeken op zijn mogelijke consequenties en beleidsopties.