• De Vlaamse Belastingdienst verstrengt de voorwaarden voor bedingen van aanwas
Artikels:

De Vlaamse Belastingdienst verstrengt de voorwaarden voor bedingen van aanwas

16 februari 2018

De Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) publiceerde  op 29 januari 2018 zijn standpunt nummer 17044 over bedingen van aanwas.

Een beding van aanwas is een kanscontract waarbij twee of meer personen bedingen dat het deel van de eerststervende door aanwas zal toekomen aan de langstlevende(n) onder hen. Ongehuwden nemen vaak dergelijk beding op wanneer zij een onroerend goed aankopen. Deze techniek wordt ook vaak toegepast voor roerende goederen in het kader van vermogensplanning.

De goederen die onder een aanwasbeding worden geplaatst kunnen vrij van schenk- en erfbelasting toekomen aan de langstlevende . Dit op voorwaarde dat er sprake is van een evenwichtig kanscontract: de kans op winst of verlies moet voor elke partij ongeveer even groot zijn. Voor onroerende goederen wordt wel het verkooprecht geheven op het overgedragen deel.

Vooreerst stelt Vlabel dat aanwasbedingen absoluut nietig zijn wanneer zij niet tegemoet komen aan de volgende voorwaarden: 

  1. Het beding van aanwas moet opgenomen zijn in een notariële akte. Voor onroerende goederen was dit reeds het geval. Voor roerende goederen geldt dit slechts vanaf 1 september 2018, en voor zover het, overeenkomstig het nieuwe erfrecht, gaat over een erfovereenkomst.
  2. Het beding van aanwas moet betrekking hebben op specifieke goederen. Men kan wel bedingen dat het beding van aanwas ook betrekking heeft op de goederen die in de plaats komen van de oorspronkelijke goederen. Dergelijke conventionele zaakvervanging wordt op fiscaal vlak aanvaard, maar Vlabel vereist een bijkomende formaliteit: als er zaakvervanging is, moet dit bevestigd worden op het moment van de verwerving van het nieuwe zaakvervangende goed.
  3. Het beding van aanwas moet ten bezwarende titel zijn. Indien er een onevenwicht is tussen de kansen van partijen op winst of verlies, bijvoorbeeld omwille van een groot leeftijdsverschil, werd dit in het verleden vaak gecompenseerd door een ongelijke inbreng van partijen. Volgens Vlabel wordt het onevenwicht op die manier niet hersteld. De partijen moeten volgens Vlabel steeds een gelijkaardige levensverwachting te hebben en de inbreng van partijen moet ook altijd gelijkwaardig zijn.

Absolute nietigheid betekent dat elke belanghebbende, en dus ook de fiscale

administratie, de nietigheid kan vorderen voor de rechtbank. De nietigverklaring heeft tot gevolg dat de (onverdeelde) goederen die het voorwerp uitmaken van de aanwasovereenkomst vererven zoals de andere nalatenschapsgoederen en toch onderhevig zijn aan erfbelasting.

Vervolgens stelt Vlabel dat een beding van aanwas van niet-onverdeelde goederen niet bestaat. Daarmee gaat Vlabel in tegen de meerderheidsvisie in de rechtsleer. Bovendien is Vlabel niet bevoegd om zich uit te spreken over de juridische geldigheid van een aanwasbeding. Wanneer het om een notarieel kanscontract (ten bezwarende en bijzondere titel) gaat, zal Vlabel echter dezelfde fiscale regeling volgen als bij een beding van aanwas. Ook in dit geval dienen zowel de levensverwachting als de inleg gelijkwaardig te zijn.

Tenslotte wijst Vlabel erop dat ook geldige aanwasbedingen (die voldoen aan de bovenvermelde voorwaarden) kunnen getoetst worden aan de algemene antimisbruikbepaling, in voege sinds 1 juni 2012. Merkwaardig is dat Vlabel stelt dat herkwalificatie mogelijk is indien er sprake is van fiscaal misbruik. De sanctie van de antimisbruikbepaling is echter dat de gestelde rechtshandeling (beding van aanwas) niet aan de administratie kan worden tegengeworpen. Contracten gesloten vanaf 1 juni 2012 kunnen bijgevolg toch onderhevig zijn aan schenk- of erfbelasting indien er geen niet-fiscale drijfveren (die opwegen tegen de fiscale motieven) aan ten grondslag liggen. Dit is des te meer het geval wanneer het beding deel uitmaakt van een gecombineerde constructie, zoals de uitbreng van goederen uit het gemeenschappelijk vermogen van echtgenoten gehuwd onder een gemeenschapsstelsel, gevolgd door het sluiten van een beding van aanwas. 

Vlabel rept met geen woord over de datum van inwerkingtreding van het nieuwe standpunt. Het standpunt heeft vermoedelijk dus op bepaalde vlakken retroactieve werking. De toepassing van strengere regels op planningen uit het verleden is andermaal een aanfluiting van de rechtszekerheid.

Het standpunt is op diverse vlakken vatbaar voor kritiek en laat een aantal vragen onbeantwoord.

 

Indien u in het verleden een beding van aanwas heeft afgesloten, is het aan te raden dat dit beding onder de loep wordt genomen in het licht van het nieuwe standpunt van Vlabel.